Match Worn Home Shirt Raoul Lambert

 

 

 

 

 

Match Worn Home Shirt Gino Maes

 

 

 

 

Match Worn Away Shirt Jos Volders

 

 

 

 

Match Worn Home Shirt Jan Johnsen Sørensen

 

Worn in the EC1 semi final against Juventus

 

 

 

Match Worn Shirt Birger Jensen

 

Worn in the EC1 semi final against Juventus

 

 

 

Match Worn Away Shirt Jan Johnsen Sørensen

 

Worn in the EC1 cup final against Liverpool FC at Wembley

 

 

 

 

De Deense tovenaar Ulrik Le Fevre trok terug naar zijn thuisland en werd vervangen door een landgenoot, Jan Sörensen. Jantje Simoen kwam van Oostende en in Hongarije trok men Lajos Ku aan.

 

Club stond voor de bijna onmogelijke opdracht om een derde titel op rij te behalen. Opnieuw moest Club afrekenen met tal van geblesseerden en was het elke week opnieuw puzzelen geblazen voor coach Happel. De succesvolle Europese campagne was hier niet vreemd aan want het was duidelijk dat de opeenvolging van matchen zijn tol eiste in het blauwzwarte huishouden. Club begon sterk aan de competitie maar moest op speeldag vijf een eerste tik incasseren toen er met maar liefst 6-1 werd verloren op Anderlecht.

 

Het pleit voor de volwassenheid van dit Club dat deze nederlaag geen invloed had op het verdere verloop van de campagne. Club herstelde en ondanks het feit dat de Brugse overmacht minder groot was dan in de vorige twee seizoenen slaagde Club er toch in om nek aan nek met Anderlecht naar de meet te gaan.

 

Op de slotdag volgde een thriller. Club had aan een punt genoeg om kampioen te worden, maar moest hiervoor wel naar Daknam tegen het Lokeren van Lubanski. Jan Simoen bracht Club op voorsprong maar na een half uur hingen de bordjes weer gelijk. Anderlecht was aan de winnende hand, dus een Lokerse goal zou de titeldroom aan diggelen slaan. Birger Jensen kende echter weer een begenadigde namiddag en hield de titel in Brugse rangen. Een uitzinnige Brugse mensenzee overspoelde het veld en de derde titel op rij werd gevierd.

Ook in de beker van België ging Club weer een eind mee maar moest uiteindelijk in de halve finale de duimen leggen voor Charleroi.

 

Niet getreurd want Europees viel er genoeg goed nieuws te rapen. Club speelde opnieuw een legendarisch campagne. Het Finse Kuopio werd nog simpel verslagen. In de achtste finale volgde de Griekse kampioen Panathinaikos. In Brugge werden de Grieken met 2-0 huiswaarts gestuurd na een wedstrijd met weinig kansen waarin Club met de nodige ijver het laken naar zich trok. In de hel van Athene was het overleven geblazen. Panathinaikos trok naar voren gesteund door hun zeer fanatieke aanhang. Gelukkig voor Club stond het groen-witte kanon niet op scherp. Pas in de 83e minuut wisten de Grieken te scoren na een frommelgoal op corner. Verder kwam men niet meer en Club ging al bij al verdiend door.

 

Ik de kwartfinale kwam Atletico Madrid op bezoek naar de Breydelstad. Op slag van rust kwam Club op 1-0 via Courant. Atletico dreigde en kreeg zelfs een penalty. Gelukkig was Birger Jensen op zulke momenten altijd op de afspraak en stopte hij de Spaanse elfmeter. In de tweede helft verdubbelde Decubber de score zodat Club met een mooie uitgangspositie richting Madrid kon reizen.

In Vicente Calderon zag Club alle hoeken van het veld en stond Atletico al na een half uur 2-0 voor, de mooie voorsprong was dus al snel verdwenen. Club had echter ervaring en toonde weerbaarheid na rust. Een Brugse goal leek nu nodig om te overleven en die goal kwam er ook via Julien Cools. Een minuut later werd de situatie echter al terug penibel toen Marcial er 3-1 van maakte. Atletico gooide stilaan alles naar voren en dit gaf Lambert de gelegenheid om de verlossende 3-2 te scoren. Club geplaatst voor de halve finale.

 

In die halve finale moest Club naar het Stadio Communale van Juventus Turijn. Juventus was een absolute grootmacht met internationals als Zoff, Boninsenga, Bettega en Gentile. Club zette een stevig blok neer in Turijn en leek lang op een 0-0 af te stevenen, tot frustraties van de 71.000 toeschouwers en de Italiaanse spelers die tijdens de match gans de trukendoos van aanslagen en commedia dell’ arte opentrokken. Helemaal op het einde kon Roberto Boninsenga met een volley Jensen toch een keer kloppen. Een linke uitgangspositie voor Club want als de Italianen er eentje zouden maken in Brugge dan zou het zo goed als game over zijn tegen deze uitgekookte ploeg.

 

Happel nam echter alle risico’s en blufte als vanouds. Hij pakte uit met een zeer aanvallend ingesteld team met zowel Lambert, Verheecke, Sörensen als Simoen in de basis. De Italianen hadden zich duidelijk niet ingesteld op deze aanpak want al na 3 minuten wiste Fons Bastijns de achterstand uit de heenmatch weg. Club drong aan en beukte op de Turijnse vesting. Toch waren er amper noemenswaardige kansen omdat de Italianen hun verdediging op punt stond. De match ging naar verlengingen. Intussen waren Lambert en Leekens al uitgevallen, wat Club’s kansen toch leek te hypothekeren. Halverwege de tweede helft werd Gentile uitgesloten. De match leek naar penalty’s te gaan tot Vandereycken vier minuten voor tijd toch het gaatje vond en de goal van de kwalificatie scoorde. Een ongelofelijk feest barstte los, Club Brugge naar de finale van Europacup I.

Deze werd gespeeld op 10 mei 1978 op Wembley tegen opnieuw Liverpool. 30.000 Brugse fans maakten de overstap van het kanaal die dag. De zware campagne had echter zijn sporen nagelaten en Club kwam gehandicapt aan de aftrap. Zeer belangrijke spelers als Lambert en Courant geraakten niet tijdig fit voor de wedstrijd. Liverpool had toen een van de beste clubelftallen ter wereld en had voor deze wedstrijd alle spelers beschikbaar.

 

Happel verraste door Lajos Ku op te stellen, die net terug was na een jaar inactiviteit en nog geen match op het hoogste niveau had gespeeld. Hij speelde echter een meer dan verdienstelijke match in deze finale. De finale haalde overigens geen verbluffend niveau. Vooral Liverpool met al hun sterren (Hansen, Dalglish, Souness,..) presteerde ondermaats.

 

Liverpool was baas en het was vooral Jensen die zich liet opmerken met tal van fantastische saves. Na een uur kon Dalglish toch scoren en Liverpool op rozen zetten. Jantje Simoen kreeg nog de kans maar stuitte op doelman Thompson. Club miste duidelijk de snelheid en diepgang van Lambert om Liverpool echt pijn te kunnen doen. Zo moest Club opnieuw zijn meerdere erkennen in Liverpool, toch konden de blauwzwarten meer dan tevreden terugblikken op het Europese avontuur. Het was ontegensprekelijk dat Club op dat moment bij de allergrootsten van Europa hoorde.